Een kostschool met klasse

Een kostschool met klasse

Weinig mensen vermoeden dat in het landelijke Onze-Lieve-Vrouw-Waver sinds decennia een prachtig stuk erfgoed schuilgaat. De kloostergemeenschap die aan de basis ligt van het Instituut van de Ursulinen ontstond zo’n 170 jaar geleden. Op haar hoogtepunt ontving het instituut bijna duizend leerlingen uit heel de wereld. De auteur gaat uitvoerig in op de ontwikkeling en groei van de indrukwekkende kostschool die modern onderwijs van in het begin hoog in het vaandel voerde. Het was hier dat de fröbelmethode voor het eerst in Vlaanderen ingang vond, hier werd het ‘gymnastiekonderwijs’ al in 1875 volledig gemoderniseerd en het instituut speelde een belangrijke rol in de doorstroming van vrouwen naar universitair onderwijs. De Waverse zusters Ursulinen hadden ook oog voor architectuur en hedendaagse kunstuitingen. De erfgoedgids toont de pianogalerij, de beroemde art nouveau wintertuin, de neogotische kloosterkerk, de cryptezaal en het cenakel. Met behulp van unieke archieffoto’s verhaalt de auteur hoe het instituut de twee wereldoorlogen overleefde. Door het geloof in eigen kunnen en met de hulp van moderne technieken herrees de gemeenschap telkens weer uit haar as. De uitstraling van de school had zijn invloed op de ontwikkeling van de hele dorp, dat door de ambities van de school mee aansluiting vond bij de zich snel ontwikkelende wereld. Of hoe een kleine gelovige gemeenschap trams, bussen, treinen en de post voor haar deur kon doen stoppen. Nu nog leeft de geest van de school verder in de ambities en verwezelijkingen van de duizenden vrouwen die er verbleven. Of zoals het lied van Onze-Lieve-Vrouw-Waver het zingt: “Ten oosten van Mechelen, ten zuiden van Lier, rijst boven de vlakte een torengroep fier. Een dorp met een klooster, de helle ten spijt, met gotische kerken, Maria gewijd…”Deze publicatie is de twaalfde in de reeks Erfgoedgidsen, uitgegeven door Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen in samenwerking met de Dienst Erfgoed van het provinciebestuur Antwerpen. De reeks heeft oog voor vergeten patrimonium en brengt dit op een boeiende manier terug tot leven.