
Onderzoek toont aan dat er in België wel voldoende beschermende wetgeving aanwezig is als het gaat om discriminatie op grond van ras en etnische afstamming, maar dat deze geen voldoende afschrikkend effect heeft om discriminatie tegen te gaan.
Dit Cahier biedt een overzicht van hoe een sanctieregime binnen het bestaande Europees wetgevend kader eruit zou kunnen zien en toont aan hoe de Belgische rechter, met de mogelijkheden die hij momenteel ter beschikking heeft, kan bijdragen tot een betere bescherming tegen discriminatie op grond van ras en etnische afkomst. Hiertoe wordt de rechtspraak van het Hof van Justitie rond het “doeltreffende, evenredige en afschrikkende” karakter van sancties in detail besproken.
Verder wordt nagegaan of de invulling die de Belgische rechter geeft aan bepaalde procedurele aspecten, zoals de notie van de ontvankelijkheid van een vordering of (het ontbreken van) de mogelijkheid tot de omkering van de bewijslast, al dan niet verzoenbaar is met de doctrine van effet utile en met de rechtspraak van het Hof van Justitie over artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten en met de rechtspraak van het EHRM.
Hierbij wordt ook verwezen naar recente rechtspraak van het Hof van Justitie m.b.t. het Europese arbeidsrecht in verband met de omkering van de bewijslast en de doctrine van “nuttig effect” bij gebrek aan evenredige, voldoende effectieve en afschrikkende sancties in geval van misbruik van de verdragspartij in de zwakkere positie.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.