Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Schulervereine um 1900 sind in der neueren Forschung bisher kaum in den Blick genommen worden. Dabei entstanden Schulervereine an fast jeder hoheren Schule fur Jungen und auch an den Schulen fur Madchen. Konzeptionell wurden sie zunehmend als Teil einer "Selbstverwaltung" der Schulerinnen und Schuler verstanden. Daniel Watermann widmet sich in seiner Pionierstudie den Schulervereinen als Form jugendlicher Selbstorganisation, die in der bisher vor allem auf die Jugendbewegung konzentrierten Forschungsliteratur keine Beachtung gefunden hat. Ausgehend von einer umfangreichen Darlegung der zeitgenossischen bildungspolitischen und padagogischen Debatten um verbotene Schulerverbindungen und die als positives Gegenmodell verstandenen Schulervereine werden die Vereine der Franckeschen Stiftungen als Fallbeispiele untersucht. In den Stiftungen entstand ein ungemein reichhaltiges Schulervereinswesen - beginnend mit der Grundung des Schulergesangvereins "Loreley" 1843. Fast ein Jahrhundert lang pragten die Vereine den schulischen Alltag erheblich mit. Dabei agierten die Schulervereine zwar im Rahmen begrenzter Spielraume, konnten aber zugleich eine nicht unerhebliche Fulle von Autonomie und Privilegien geltend machen. Watermann beleuchtet die faszinierenden Spannungsfelder, in denen sich die Schulervereine bewegten - zwischen Kontrolle und Autonomie, Disziplinierung und individueller Entfaltung, Nachteilen fur Madchen und Freiraumen fur Jungen sowie einer Existenz mit wechselnden Herausforderungen in drei politischen Systemen.