Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
This is a book in Descriptive Chess Notation of great importance not only because of the question it addresses, but because of who asks and then answers that question. Dr. Max Euwe, who was world chess champion from 1935 to 1937, compares and contrasts Bobby Fischer with the three greatest players before him, world champions Lasker, Capablanca and Alekhine. Max Euwe is unique in that he had played all of these players in tournaments and had studied all of their games in great detail. He knew more about them and their games than anybody else. He has a chapter devoted to comparing each of these players to Bobby Fischer. The chapters are entitled "Capablanca and Fischer", "Alekhine and Fischer", "Lasker and Fischer" and finally "Fischer and the Living World Champions", Botvinnik, Smyslov, Tal, Petrosian and Spassky. No other book makes these comparisons and addresses these questions, certainly none by any player of the stature of Euwe. Was Bobby Fischer the greatest chess player who ever lived? In this book, Max Euwe, himself a past world champion who also acted as referee at the famous Iceland matches in 1972, here compares Fischer with previous holders of the world chess championship titles. Here are analysis of games that Fischer actually played against Botvinnik, Petrosian, Smyslov, Spassky, Tal, and Euwe. More importantly, Grandmaster Euwe compares certain aspects of Fischer's play with the best games of Capablanca, Alekhine, and Lasker, the most highly regarded world champions of recent times, who were deceased by the time Fischer was playing in tournaments.