Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
As academic subject African philosophy is predominantly concerned with epistemology. It aims at re-presenting a lost body of authentic African thought. This apparently austere a-historical concern is framed by a grand narrative of liberation that cannot but politicise the quest for epistemological autonomy. By "politicise" I mean that the desire to re-cover an authentic African epistemology in order to establish African philosophy as autonomous subject, ironically re-iterates Western, enlightenment notions of the autonomous subject. Here, in the pursuit of an autonomous subject the terms of historical oppression are necessarily duplicated in the terms of liberation. In this study I use the term disfigurement to refer to the double-bind - peculiar to post-coloniality - in which the African subject finds itself when it has to establish and affirm a sense of apartheid (in order to confirm the assumption of difference) by inventing its own autonomy in a way that ironically conflicts with an African conception of the autonomous subject. The transcendental concern with epistemological authenticity and autonomy - indicative of an oppressive desire for Western style autonomy - necessary as it may be in a post-colonial context, is placed in an ethical framework that seeks to remain faithful to the African dictum of identity and autonomy "I am because we are". Whereas the first three chapters are concerned with the transcendental question 'what is African philosophy?', the fourth and last chapter situates the ethical framework within which this question arises in the context of the recently "completed" South African Truth and Reconciliation Commission.