Amélie Nothomb, pseudoniem voor Fabienne Claire Nothomb, (Etterbeek, 9 juli 1966) is een Franstalig Belgische schrijfster, die afwisselend in Parijs en Brussel woont en werkt. Ze is een achternicht van de Belgische politicus Charles-Ferdinand Nothomb.
Doordat haar vader, Patrick Nothomb, ambassadeur van België was, bracht Nothomb haar jeugd achtereenvolgens door in Japan, China, de Verenigde staten, Laos, Birma en Bangladesh.
Toen zij op 17-jarige leeftijd in België kwam wonen, voor het beëindigen van de middelbare school en voor haar studie Romaanse filologie aan de Université Libre de Bruxelles, voelde ze zich alleen en onbegrepen. Om de eenzaamheid te verdrijven, begon ze te schrijven.
Na haar universiteitsdiploma te hebben behaald, keerde Nothomb terug naar Tokio, waar ze tolk Japans wilde worden. Ze ging bij een grote Japanse onderneming werken, wat geen succes werd. De onaangename en bizarre ervaringen die ze in haar baan opdeed, schreef ze van zich af in haar roman Stupeur et tremblements (1999), waarvoor ze de Grand Prix van de Académie française ontving, en die haar internationale bekendheid opleverde.
Eenmaal terug in Brussel, besloot ze het manuscript van haar debuutroman Hygiène de l'assassin (1992) te publiceren. Het werd een groot succes voor de dan 25-jarige Nothomb. Sindsdien publiceert ze, volgens een vast ritme, elk jaar een nieuwe roman. Deze grote productie ligt, zoals Amélie Nothomb zelf zegt, aan het feit dat ze last heeft van de schrijfziekte ("la maladie de l'écriture").[bron?] Ze zegt elk jaar wel drie romans te schrijven, waarvan ze er dan vervolgens slechts één laat publiceren.
Bron: Wikipedia