AVI, wat?

De school van je kind gebruikt het AVI-systeem om de individuele leesontwikkeling van je kind te analyseren en bij te sturen. Via AVI-toetsen stelt de school het geschatte leesniveau van je kind vast.

Leesplezier staat voorop

Kinderen leren beter lezen door veel te lezen. En als je kind graag leest, zal het automatisch ook meer lezen. Doorloop deze checklist bij de keuze van een boek voor je kind:

• Interesses Sluit het boek aan bij de interesses van je kind, zal je kind het een leuk boek vinden? 
• Leesniveau Welk AVI-niveau kan je kind aan?
• Begripsniveau Kies je een boek met veel of weinig tekst, veel of weinig illustraties? Hoe dik mag het boek zijn? Hoe complex mag het verhaal zijn?

Keuzehulp

Wil je zeker zijn dat je een boek kiest dat past bij het leesniveau van je kind? Dan kan de AVI-codering op de cover je helpen. Door de juiste moeilijkheidsgraad te kiezen vermijd je dat een boek te moeilijk of net te gemakkelijk is. In 2008 werden de AVI-leesniveaus vernieuwd.

Hoe interpreteren?

• Het getal refereert naar de klasgroepen in Nederland. Trek van dat getal 2 af om (ongeveer) om te rekenen naar de leerjaren in België.
• ‘M’ staat voor midden schooljaar (januari, februari).
• ‘E’ staat voor einde schooljaar (juni).

Voorbeelden:
M3 = Midden groep 3 (NL) / eerste leerjaar (BE)
E5 = Einde groep 5 (NL) / derde leerjaar (BE)

Een hulp, geen ‘handleiding’

Het gaat hier natuurlijk over algemene richtlijnen. Elk kind is anders en leert lezen op zijn of haar eigen tempo. Aan het einde van het derde leerjaar zal bijvoorbeeld niet elk kind op niveau E5 zitten. Sommige jonge lezers zullen eerder gebaat zijn bij een boekje op niveau M5, anderen zullen dan weer eerder aan de slag gaan met een boekje op niveau E6. Beleeft je kind veel plezier aan boekjes van een iets ‘lager’ of ‘hoger’ leesniveau dan de tabel aangeeft? Prima! Oefening is goed.