Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Yehudith Heymans-Gudema is geboren in Amsterdam. Zij overleefde de Holocaust. Haar ouders Jacob en Rebekka Gudema - Van Amerongen en ook haar broertje Benjamin Louis arriveerden op 6 maart 1943 in doorgangskamp Westerbork. Op 10 maart 1943 werden zij gedeporteerd naar vernietigingskamp Sobibor in Polen. Op 13 maart 1943, direct na aankomst leefden zij hun laatste dag op aarde en werden vermoord in één van de gaskamers van Sobibor.
Yehudith groeide op als weeskind. Zij leefde onder vele namen. Verborgen voor de wereld, werd Yehudith begeleid door een gevoel nergens bij te horen. Direct na haar trouwen emigreerde/immmigreerde zij met haar man naar Israël, waar zij hun twee kinderen, een dochter en een zoon, op de wereld brachten. Door een druk leven en een dagelijkse routine bleven vele vragen onbeantwoord.
In één van haar vele pogingen om antwoorden te vinden, bezocht Yehudith het Holocaust museum en Instituut Yad Vashem in Jeruzalem. Door een vreemd toeval kwam zij in contact met een Israëlische archeoloog, die aankomende opgravingen in Sobibor zou verrichten. Niet veel later en door een onverwacht telefoongesprek kwam zij in contact met één van haar redders, die haar vond door het ontdekken van een pagina van Getuigenis, bewaard in Yad Vashem. Hij was een voormalige vriend en buurman van haar biologische ouders. Bovengenoemd contact met de archeoloog en ook dit gesprek zouden niet alleen haar dagelijkse wereld ondersteboven gooien, maar ook een begin worden van een lange zoektocht in het verleden en uiteindelijk het vinden van nog in leven zijnde familie. Een antwoord vinden op vele vragen.
Zo ontstond een autobiografie (en een nog steeds niet afgesloten) spannend dagboek genaamd: