Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Schrijver, beeldend kunstenaar, regisseur, tekenfilmer, componist-tekstdichter Harrie Geelen manifesteerde zich recentelijk ook als vertaler. Van Ovidius vertaalde hij uit het Latijn diens ‘Metamorphoses’ (2022) en ‘Heroides’ (2024) die hem veel lof opleverden: “Geelen bewijst dat hij ook een meestervertaler is.”
Nu verrast hij met ‘De zaak Reinaerd Vos’, zijn versie van ‘Van den vos Reynaerde’ (rond 1260), het hoogtepunt uit de Middelnederlandse literatuur door. Van dit satirisch-grappige heldendicht en dierenverhaal zijn in de voorbije eeuwen talloze bewerkingen verschenen, op rijm al dan niet gekuist, of als proza of kindervertelling, ook door gerenommeerde hedendaagse schrijvers en vertalers als Ernst van Altena, Karel Eykman, Koos Meinderts en, nog zeer onlangs, Tom Lanoye.
Harrie Geelen koos in ‘De zaak Reinaerd Vos’ voor een zeer getrouwe vertaling in gepaard rijm, van versregel voor versregel, 3494 versregels in totaal, en hij baseerde zich daarbij voor het eerst op de meest recente bezorging van de oertekst door historisch letterkundigen Ingrid Biesheuvel en Frits van Oostrom.
Het epos begint met een Proloog van de oorspronkelijke auteur ‘Willem die Madock herschiep’ waarvan hieronder de eerste strofen: