Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Tiefgreifende religionssoziologische Veränderungen zeitigen Folgen und insbesondere Herausforderungen für den Religionsunterricht im Sinne von Art. 7 Abs. 2 und 3 GG. Während sich in der schulischen Praxis längst neue interkonfessionelle und interreligiöse Modelle etabliert haben, wird deren verfassungsrechtliche Anerkennung durch die aktuell (noch) überwiegende Dogmatik in Frage gestellt. Sie stützt sich maßgeblich auf eine Leitentscheidung des Bundesverfassungsgerichts aus dem Jahr 1987, deren Tragfähigkeit für Gegenwart und Zukunft zu hinterfragen ist. Peter Unruh regt daher eine dogmatischen Öffnung an: Durch die systematische Heranziehung von Art. 4 GG als zentraler Norm des grundgesetzlichen Religionsverfassungsrechts, lassen sich neue Auslegungsperspektiven für Art. 7 Abs. 2 und 3 GG GG entwickeln. Es werden Elemente der der Dogmatik zu Art. 4 GG für die (erweiternde) Auslegung des Art. 7 Abs. 2 und 3 GG fruchtbar gemacht. Die in der Praxis begegnenden konfessions- und religionsübergreifende Modelle des Religionsunterrichts können so grundsätzlich von dem Verdikt der Verfassungswidrigkeit entlastet werden. Die Arbeit weist insgesamt einen verfassungsrechtlich fundierten Weg, auf dem die Dogmatik zu Art. 7 Abs. 2 und 3 GG den gesellschaftlichen Realitäten angepasst und die Zukunft des Religionsunterrichts religionsverfassungsrechtlich abgesichert werden kann.