Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Levering 2 à 3 werkdagen
Haal af na 1 uur in 1 winkel(s).
.
Eenvoudig bestellen
Veilig betalen
Gratis thuislevering vanaf € 30 (via bpost)
Gratis levering in je Standaard Boekhandel
Omschrijving
Maakte Lucas Catherine ooit naam met boeken over Palestina en Congo, dan focust hij de laatste jaren op Brussel. In Met de duivel tegen armoede vertelt hij het vergeten verhaal van de negentiende-eeuwse duivelsfeesten in de Brusselse Duivelshoek, de driehoek rond de Dansaertstraat. Die festiviteiten waren niet erg katholiek. Ze vielen altijd na halfoogst en duurden minstens een week. Vaste onderdelen waren de begrafenis, de doop en het huwelijk van “den duvel”, inclusief stoet met een corbillard, veel gezang en nog meer gezuip. Lucas Catherine neemt het merkwaardig gebeuren als vertrekpunt voor een verhaal over de leefomstandigheden van het Brussels proletariaat van die tijd. ‘Ik speel hier voor detective, een beetje zoals Van Zwam uit de stripverhalen van Nero’, schrijft hij in de openingsregels. ‘Bijna niemand kent nog die verhalen en ook de duivel die ik zoek kennen nog maar weinig mensen. Veel bronnen zijn er niet meer. Wie schrijft er nu nog over werkvolk? Maar wie zoekt die vindt.’