Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Van Kloos, Gorter en Henriette Roland Holst, via A. Roland Holst, Bloem en Nijhoff tot Marsman, Engelman en VasalisRond 1900 ontstaat een nieuwe poëzie en vooral een nieuw idee van poëzie. Dan komt de Beweging van Tachtig in de mode en spannen dichters, critici en essayisten zich in zich de moderne dichtprincipes eigen te maken en naar hun hand te zetten. Uitgevers, publiekstijdschriften en het literatuuronderwijs zijn drukdoende die nieuwe creaties en opvattingen te verspreiden. Zo ontstaat er een eigen literaire ruimte waarin de moderne poëzie bloeit en groeit, begeleid door talrijke, vaak felle debatten: over autonomie tegenover engagement, de (on)mogelijkheid van socialistische of christelijke poëzie, de wens eeuwige artistieke waarden te behouden en tegelijk radicaal te vernieuwen. Hoe autonoom ook, de poëzie en de literaire wereld zijn continu onderhevig aan gebeurtenissen en ideeën uit de buitenwereld: de Eerste Wereldoorlog, de dreiging van een volgende, in de maatschappij circulerende visies op gender, ras en seksuele geaardheid. Een nieuw geluid volgt de spectaculaire geboorte van de moderne poëzie in Nederland van dichtbij en levert een verrassende manier van (literatuur)geschiedschrijving.Wiljan van den Akker (1954) studeerde Nederlands aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 1985 op een proefschrift over M. Nijhoff. In 1986 werd hij uitgenodigd de leerstoel moderne Nederlandse letterkunde aan de UU te bekleden. Hij verrichtte diverse bestuurlijke taken, ook buiten de UU. Sinds 2006 publiceert hij ook fictie: twee dichtbundels (de eerste kreeg de C. Buddingh’-prijs), korte verhalen, een roman (met Esther Jansma) en vertalingen van poëzie van Charles Simic en samen met Esther Jansma werk van Mark Strand.Gillis Dorleijn (1951) was hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde te Groningen. Hij publiceerde over poëzie (onder meer Leopold, Nijhoff, Faverey), poëzie en muziek (Lucebert en jazz), literatuuropvattingen in institutionele context (samen met Kees van Rees, met wie hij een gelijknamig NWO-programma leidde) en over de functie van literatuur (samen met Dirk De Geest en Pieter Verstraeten). Hij stelde edities samen (Nijhoff, Du Perron) en was voorts coauteur van een veelgebruikt handboek, Literair mechaniek. Naast zijn academisch werk was hij lid van jury’s en besturen in de literaire wereld.