Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Door de nationale actiedag kan je online bestelling iets langer onderweg zijn dan normaal. Dringend iets nodig? Reserveer en haal na 1u af in een winkel met voorraad.
Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België vanaf € 30
Ruim aanbod met 7 miljoen producten
Door de nationale actiedag kan je online bestelling iets langer onderweg zijn dan normaal. Dringend iets nodig? Reserveer en haal na 1u af in een winkel met voorraad.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
De Holocaust kent volgens historicus Raul Hilberg daders, slachtoffers en omstanders. Maar twee groepen verdienen een aparte vermelding: de overheden en het bedrijfsleven die volgens Hilberg in Duitsland onder de daders vielen. In de bezette landen werden de overheden niet onder de daders geschaard, maar toch speelde de bureaucratie in ieder bezet land een belangrijke rol. Ook de overheid in Nederland waar dit boek over gaat. Van aanvang af waren de Nederlandse ambtenaren niet alleen gesprekspartner van de Duitsers, maar waren ook betrokken bij planning en uitvoering van de Jodenvervolging.
Vrijwel alle van de 200.000 ambtenaren vulden tijdens de bezetting een ariërverklaring in, mede in navolging van ’s lands hoogste rechtscollege de Hoge Raad. Ambtenaren van de bevolkingsregisters in 1050 gemeenten registreerden 160.000 burgers van Joodse afkomst. Zoals een Nederlandse topambtenaar schreef aan de Duitsers tijdens de bezetting: ‘Bevolkingsboekhouding is dienen.’
De Joodse burgers werden ontrecht door overheid en juristen, beroofd met medewerking van het bedrijfsleven, notarissen, makelaars en bemiddelaars. Nederlandse politieagenten haalden Joodse burgers uit hun huis. De Nederlandse Spoorwegen en gemeentelijke tramdiensten vervoerden de gedeporteerden. Nederlandse marechaussee en politie bewaakten de kampen. Van de 140.000 zogenoemde vol-Joden zou bijna 75% de oorlog niet overleven, het hoogste percentage in bezet West-Europa. Na de oorlog moesten de Joodse overlevenden zich uit een ‘juridisch getto’ vechten om hun afgenomen bezittingen terug te krijgen. Dat laatste lukte pas (deels) in het jaar 2000.