Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
This book examines the reputation of the Hungarian composer Béla Bartók (1881-1945) as an antifascist hero and beacon of freedom. Following Bartok's reception in Italy from the early twentieth century, through Mussolini's fascist regime, and into the early Cold War, Palazzetti explores the connexions between music, politics and diplomacy. The wider context of this study also offers glimpses into broader themes such as fascist cultural policies, cultural resistance, and the ambivalent political usage of modernist music.
The book argues that the 'Bartókian Wave' occurring in Italy after the Second World War was the result of the fusion of the Bartók myth as the 'musician of freedom' and the Cold War narrative of an Italian national regeneration. Italian-Hungarian diplomatic cooperation during the interwar period had supported Bartok's success in Italy. But, in spite of their political alliance, the cultural policies by Europe's leading fascist regimes started to diverge over the years: many composers proscribed in Nazi Germany were increasingly performed in fascist Italy. In the early 1940s, the now exiled composer came to represent one of the symbols of the anti-Nazi cultural resistance in Italy and was canonised as 'the musician of freedom'. Exile and death had transformed Bartók into a martyr, just as the Resistenza and the catastrophe of war had redeemed post-war Italy.