Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Deze publicatie is de in verkorte vorm uitgesproken rede van prof. dr. Jan W. de Keijser bij de openbare aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de Criminologie aan de Universiteit Leiden op 7 november 2016.
Bij rechterlijke dwalingen wordt achteraf vaak gewezen op grote fouten in het proces van waarheidsvinding. Maar er is nog een categorie bedreigingen voor waarheidsvinding: alledaagse bedreigingen. Het gaat dan om aspecten van het strafproces die, op het eerste gezicht, probleemloos en vaak zelfs nastrevenswaardig gevonden worden.
De beslissing van de rechter over schuld in strafzaken dient zo goed mogelijk overeen te komen met wat werkelijk gebeurd is: de ware toedracht. Dit streven ligt voortdurend onder vuur in een spanningsveld met andere, alledaagse en legitieme belangen. Het is de vraag waar op enig moment de balans ligt. De auteur stelt dat vooral de optelsom van die alledaagse bedreigingen de waarheidsvinding in ons strafproces onder druk zet.
De auteur bespreekt hoe efficiëntiestreven en productiedruk in het strafproces ervoor zorgen dat rechters formeel weliswaar beslissen volgens de regels, maar minder tijd en moeite kunnen steken in het achterhalen van de waarheid. Tegen die achtergrond bespreekt hij de rolopvatting van beslissers over bewijs, de rolopvatting en het werk van deskundigen, de publieke opinie over bewijs, en de rol van risicotaxatie in het strafproces.