Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
De seksualiteit, het eigen lichaam en de dood vormen trauma's voor de mens. Het subject is niet op de eigen drift en op zijn eigen lichaam afgestemd. Bovendien weet het fundamenteel niet wat het zelf zegt. Deze stelling maakt de kern van het schandaal van de psychoanalyse uit. Meer nog, het is net omdat het analytisch discours haar positie bepaalt vanuit deze onmogelijkheden dat ze het statuut van alle andere discours in vraag kan stellen. De kunst lijkt echter een geprivilegieerde bondgenoot te zijn voor de psychoanalyse in die zin dat ook de kunst in deze ongeneeslijke rest de kern van haar wezen vindt. Abe Geldhof neemt in dit boek drie authentieke kunstenaars bij de hand, niet om de psychoanalyse te illustreren, maar om ze te ondervragen: de melancholische componist Béla Bartók, de schizofrene fotograaf David Nebreda en de auteur van pornografische verhalen Georges Bataille. Elk van deze ongeëvenaarde kunstenaars getuigt er van hoe singulier de problematiek is waar een subject mee wordt geconfronteerd. Alleen een onnavolgbare kunstgreep kan dan ook het evenwicht herstellen. Zij leren ons dat het symptoom geen teken is van een te elimi- neren ziekte, maar dat het onderdeel uitmaakt van de mense- lijke conditie als zodanig. In een psychoanalytische kuur wordt het symptoom daarom ook nooit rechtstreeks benaderd. Het onbehagen wordt er zelfs als een fundamentele en ongenees- lijke rest beschouwd waarvan de mens nooit echt geneest.