‘De Jommeke-personages acteren anders dan die uit Suske en Wiske’.
Kristof Berte en Dirk Stallaert over het jubileumalbum De vorsten van Onderland.
Stel dat meester-crimineel Krimson en Prutelia van Achterberg, de gemene koningin van Onderland, gaan samenwerken om ‘grootse dingen te bereiken’. Dan kan dat maar één ding betekenen: big trouble in paradise! En een groot gevaar voor de viering van 80 jaar Suske en Wiske en 70 jaar Jommeke!
Tot de iconische striphelden besluiten een monsterverbond te sluiten. Zullen Suske, Wiske, Jommeke, Filiberke en de anderen erin slagen om van 2025 toch nog een feestjaar te maken?
De vorsten van Onderland is een prachtige jubileumuitgave waarbij de werelden van twee van de meest populaire familiestrips elkaar ontmoeten.
Hoe dat unieke album tot stand kwam? Dat vroegen we aan scenarist Kristof Berte en tekenaar Dirk Stallaert.
DE ZOETE RUST
Kristof, van wie kwam het idee van dat jubileumalbum eigenlijk?
Kristof Berte: Van de uitgeverij. Ik denk dat ze daar een nu-of-nooit-gevoel hadden, naar aanleiding van de 80ste verjaardag van Suske en Wiske en de 70ste verjaardag van Jommeke. Ik was zeer vereerd toen ze me vroegen om het scenario te schrijven. Dat kon ik natuurlijk niet laten liggen, zeker niet toen bleek dat ik met Dirk Stallaert zou samenwerken, voor mij een van de beste Vlaamse tekenaars ooit. Het bleek – en blijkt – een hele fijne samenwerking te zijn.
Een geniale vondst om het verhaal te beginnen in een psychiatrische instelling met Krimson en de koningin van Onderland.
Ik wou bewust niet starten in de directe omgeving van Suske en Wiske of Jommeke. Dat zou te veel het gevoel geven dat de ene reeks inbreekt in de leefwereld van de andere. Terwijl ik absoluut wou dat ze sámen een avontuur beleven. Het psychiatrisch centrum De Zoete Rust leek me wel een mooi startpunt om de koningin van Onderland en Krimson met elkaar te laten kennismaken.
Hoe groot was de uitdaging om een verhaallijn te verzinnen?
De belangrijkste uitdaging voor het verhaal was vooral het evenwicht tussen beide reeksen te bewaren. Je kan het niet maken om één reeks (of één personage) te veel op de voorgrond te zetten. Voor mij was het wel het uitgelezen moment om Jommeke eens in de tijd te laten reizen. Dat is in de reguliere reeks eigenlijk niet mogelijk, bij Suske en Wiske zijn de mogelijkheden op dat gebied groter.
SPREKENDE KOFFIEPOTTEN
Wat is er eigenlijk zo typisch aan de verhalen van Jommeke en die van Suske en Wiske?
De verhaallijnen van Jommeke zijn normaal gezien minder complex en rechtlijniger dan de verhaallijnen van Suske en Wiske. In Suske en Wiske speelt het fantasie-element ook een grotere rol. Elfjes, draken, geesten, sprekende koffiepotten ... Dat kan allemaal niet binnen het universum van Jommeke.
Aan de andere kant hebben de Jommeke-verhalen een zekere volksheid, maar ook een absurditeit die minder in de verhalen van Suske en Wiske zit, ik denk maar aan De Lustige Slurvers of De Grote Knoeiboel. Wat ze gemeenschappelijk hebben, is dat de nevenpersonages in beide reeksen de peper en het zout van de verhalen zijn. Kwak en Boemel en Lambik zouden het misschien wel best met elkaar kunnen vinden.
En hoe stem je dan die twee werelden op elkaar af?
Om ze met elkaar te verbinden, heb ik elementen uit beide reeksen met elkaar verweven. Zo keren ze terug in de tijd, zoals in Suske en Wiske, maar gaan ze wel naar een locatie uit Jommeke. Ook het feit dat beide werelden over een ietwat excentrieke professor beschikken, kwam me handig uit. Er zijn trouwens ook enkele eastereggs met verwijzingen naar albums van beide reeksen, voor de liefhebbers, al heb ik hiermee zeker niet overdreven.
Ze hebben allebei toch ook een iets andere doelgroep?
Ik heb ook absoluut rekening gehouden met de doelgroep. Suske en Wiske zal inderdaad een iets ouder publiek aanspreken dan Jommeke, maar ik ben ervan overtuigd dat lezers van een van beide stripreeksen genoeg elementen uit hun favoriete reeks zullen terugvinden om het voor hen leuk te maken. Ik vermoed trouwens dat veel Vlaamse kinderen (en volwassenen!) sowieso opgegroeid zijn met beide reeksen.
KEUZES MAKEN
Plotseling krijg je wel heel veel hoofdpersonages. Hoe geef je ze elk een rol?
Dat heeft me wel wat – figuurlijke – slapeloze nachten bezorgd. Er doen nu al een pak personages mee, maar ik heb er ook heel veel achterwege moeten laten. Moeilijke keuzes, sommige met spijt in het hart. Ik wou per se Lambik en Jerom in het verhaal, omdat die toch echt belangrijk zijn voor het Suske en Wiske-gevoel. Al heb ik ze wat naar de achtergrond geschoven. Ik vermoed dat Dirk af en toe weleens gevloekt heeft op mij. In sommige plaatjes zitten behoorlijk wat personages. En probeer die allemaal maar eens in de cabine van de teletijdmachine te stoppen :-).
Wat is jouw eigen lievelingsalbum van Jommeke en Suske en Wiske?
Voor Jommeke is dat De Gouden Jaguar – een echt jongensverhaal in de jungle, heerlijk. Voor Suske en Wiske De Parel in de Lotusbloem, een opvallend emotioneel verhaal in een prachtige setting met meesterlijke tekeningen van Paul Geerts, waarvan ik bij elke leesbeurt weer onder de indruk ben.
KLARE LIJN
Dirk, als tekenaar van onder andere Suske en Wiske, de Kiekeboes en Nero heb je al aangetoond dat je een aantal stijlen aankan. Maar wat is er grafisch zo eigen aan de wereld van Suske en Wiske en die van Jommeke?
Dirk Stallaert: De gelijkenissen: het gaat bij allebei om een min of meer klare lijn. ‘Min of meer’ omdat die lijn bij beide series minder streng gehanteerd wordt dan door Hergé. Lees: meer gebruik van arceringen en meer effect op de lijn, van dik naar dun. Maar helderheid, directe leesbaarheid van de tekening is bij beide een prioriteit.
De verschillen: bij Jef Nys was alles wat ronder, boller en karikaturaler dan bij Willy Vandersteen. Een voorbeeld van dat karikaturale: Sidonia gaat door voor iemand met zeer grote voeten, een vast schertsonderwerp voor de andere personages. Maar vergelijk die schoenmaat eens met die van Gobelijn: Sidonia kan er anderhalve keer in.
De handen: elk personage heeft fijne handen bij Vandersteen en grove bij Nys.
Het zit hem in details, grosso modo liggen de twee stijlen niet zo ver uit elkaar en zijn ze redelijk goed te vermengen. Wat niet betekent dat het simpel is :0) ...
En is het dan niet moeilijk om die twee werelden te verenigen? Waar zaten grafisch de knooppunten?
Het is inderdaad niet vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld, de Jommeke-personages acteren anders dan die uit Suske en Wiske. Zonder uitzondering hebben de eerste een uitzonderlijk drukke motoriek, een in het oog springend stijlkenmerk van Jef Nys. Iedereen staat in het rond te springen en te dansen met driftige gebaren, terwijl in Suske en Wiske redelijk realistisch geacteerd wordt. Er komen weleens absurde houdingen en bewegingen in voor, maar die zijn niet de regel.
DOELGROEP
Ook qua leeftijd mikken beide series op een andere doelgroep.
Dat er op verschillende doelgroepen gemikt wordt, uit zich naar mijn gevoel eerder in de dialoog:
de teksten zijn bij Jommeke eenvoudiger en korter, terwijl het bij Suske en Wiske al wat wijdlopiger en minder kinderlijk mag. Voornamelijk een probleem voor scenarist Kristof Berte dus, die daar een mooie tussenweg voor heeft gevonden.
Was het überhaupt niet lastig om in de wereld van Jommeke te komen? Die laat nog minder eigen inbreng toe, veronderstel ik.
Voor mij was het Jommeke-gedeelte inderdaad het moeilijkste, omdat ik de strip minder gevolgd heb dan Suske en Wiske. Ik ben opgegroeid met die laatste (de albums uit de jaren '60 van de tandem Vandersteen – Eduard De Rop). Ik las natuurlijk weleens een Jommeke, maar dan zonder de stijl ervan te bestuderen. Het is overigens geen sinecure om de stijl van Nys te benaderen. Er zit een zeer grote regelmaat in en afwijkingen daarop springen snel in het oog. Zijn opvolgers slagen er wonderwel in, maar kenners zullen geen moeite hebben om mijn talloze inbreuken te spotten.
CREEPY
Wat was grafisch de leukste scène om te tekenen?
De kroningsplechtigheid van Krimson en de koningin van Onderland springt er wel uit. Verder alles waar Krimson meespeelt, want dat vind ik een dankbaar personage.
Heb je een favoriet Jommeke-album?
De koningin van Onderland, toevallig. Voor een kind in 1962 behoorlijk creepy, terwijl die koningin op de een of andere manier toch ook sexy was.
En een Suske en Wiske-album?
De gouden cirkel. Spannend, bij de zoveelste herlezing nog altijd, pakkend en zeer grappig. Hoe Vandersteen iets ergs, zoals een enge dodelijke ziekte, in beeld brengt alsof dat ook al iets om te lachen is ... Hoedje af.
UITDAGING
Hoe uitdagend is het om met de erfenis van Jef Nys en Willy Vandersteen aan de slag te gaan?
Dirk Stallaert (tekenaar): “Zowel Jommeke als Suske en Wiske zullen ‘het gebit des tijds’ gebroken tanden bezorgen. Daar iets aan toevoegen is niet gemakkelijk.” Kristof Berte (scenarist): “Het brengt inderdaad wat druk met zich mee, omdat de verwachtingen van de lezers – terecht – erg hoog liggen. Maar ik ken de personages goed, dat maakt het schrijven makkelijker.”
Leggen jullie ook bewust eigen accenten in de reeks, drukken jullie als het ware je eigen stempel op de strips?
Dirk: “Iedereen heeft een persoonlijkheid die onvermijdelijk in je werk sluipt. We hebben wel geprobeerd om zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven.”
Kristof: “Jommeke en Suske en Wiske zijn inderdaad tijdloze monumenten, ik ben er niet mee bezig om daar een eigen stempel op te drukken. De reeks is belangrijker dan de scenarist.”
Zijn er ook eigenschappen van Jommeke en Suske en Wiske die nooit zullen veranderen, omdat ze onlosmakelijk met hen verbonden zijn?
Kristof: “Als scenarist kan je nooit het karakter van de personages veranderen, omdat die eigenheid en herkenbaarheid hen net zo geliefd maken.”
Dirk: “De figuren hebben inderdaad een eigen karakter, de ruggengraat van beide strips. Tijden en inzichten veranderen, maar Wiske zal altijd eigenwijs zijn, Suske ridderlijk en Jommeke enthousiast.”
“Tijden veranderen, maar Wiske zal altijd eigenwijs zijn, Suske ridderlijk en Jommeke enthousiast” — Dirk Stallaert
Zijn jullie zelf ook opgegroeid met de stripreeksen?
Kristof: “Ik heb leren lezen met Jommeke. Eerst was dat vooral naar de plaatjes kijken en af en toe wat tekst meepikken, maar later heb ik alle albums verslonden.” Dirk: “Ook ik werd als kind door deze reeksen ‘van mijn hobbelpaard gebliksemd’ (lacht). Ik wist al vroeg dat ik later ook zoiets wilde maken.”
Zijn er boeken die jullie er in de kerstperiode extra graag bijnemen of die voor altijd met die periode verbonden zijn door een bepaalde herinnering?
Kristof: “Met ‘De drie geesten van kerst’ heb ik zelf een kerstalbum voor Jommeke geschreven. Ik vind dat nog altijd een fijn album, vol gezellige kerstsfeer.”
Dirk: “Ik herinner mij een eindejaarsperiode uit mijn kindertijd waarin ik als cadeau een pakketje strips kreeg, waaronder ‘De koningin van Onderland’ en ‘De ringelingschat’. Heerlijk!”
Kristof Berte (°1983) debuteerde in 2016 met zijn eerste stripalbum ‘Lise op Monstereiland’. Zijn tweede album in deze reeks werd genomineerd als Beste Jeugdalbum door Het Stripschap. Ondertussen is Kristof een van de vaste scenaristen voor Jommeke.
Dirk Stallaert (°1955) was eerst assistent van Marc Sleen voor de reeks Nero, en nadien hoofdtekenaar van diezelfde reeks. Hij heeft daarnaast aan verschillende andere reeksen meegewerkt waaronder De Kiekeboes en Suske en Wiske. Hij was ook hoofdtekenaar van de reeks Nino. Dirk omschrijven als een van Vlaanderens beste tekenaars is een understatement. In 1995 won hij de prestigieuze Bronzen Adhemar