Wim groeide op op West-Vlaamse bodem. Hij bracht al zijn vakanties door op de boerderij van zijn grootouders. Bloemkool en broccoli planten, aardappelen rooien, varkens en kippen slachten, maar vooral: taarten bakken met overheerlijke zelfgekweekte frambozen.
Hoeveel Wim ook geniet van het buitenleven op de boerderij, hij is er rotsvast van overtuigd dat hij later de Gentse slagerij van zijn ouders zal overnemen. Maar langzaamaan groeit de drang om de klassieke keuken onder de knie te krijgen, en die culinaire lokroep kan en wil Wim niet weerstaan. Na een fijne tijd in de Royal Latem Golfclub en een uitdagende job in een restaurant vlakbij het Raveelmuseum in Machelen-Zulte weet hij het zeker: zijn toekomst ligt in een restaurant, en niet in een slagerij.
Wim begint een eigen conceptcateringzaak. Hij noemt ze Alfin, naar de slagerij van zijn ouders. Met Alfin zorgt hij niet alleen voor tongstrelende gerechten, met een warme en persoonlijke bediening en een hedendaags design, brengt hij bij elke opdracht een totaalbelevenis.
Nu zijn kindje Alfin groot genoeg om op eigen benen te staan, kiest Wim ervoor om het los te laten, en wil hij Vlaanderen warm maken voor het bakken.