Samenlevingen zijn altijd dramatisch. Ze laten zichzelf zien, zeker voor wie achterom wil kijken, als een fascinerend en verwarrend geheel van theatrale evenementen en constructies. Soms weet het theater zélf die fascinatie en verwarring ook te vatten - bij Sophocles, Shakespeare, Bertolt Brecht en vele anderen. In de wisselwerking tussen theater en politiek ontstaat dan een hele reeks pertinente vragen.
Is de moord van Medea op haar kinderen een terroristische daad? Ondermijnde Shakespeare bij de opvoering van een koningsdrama als Richard II de autoriteit van de vorst? Als Diderot zegt dat de acteur nooit zijn ‘ware’ gevoelens mag gebruiken op de scène, heeft hij het dan ook niet over de politicus? Mag je een genocide - de Holocaust, Rwanda 1994 - laten naspelen door slachtoffers, of is dat enkel sensatiezucht? Bewijst het experiment van Chokri Ben Chikha niet hoe onze samenleving behoefte heeft aan een ‘waarheidscommissie’ over haar verleden van koloniale uitbuiting?
Dit boek wil de gedramatiseerde samenleving beschrijven in de vorm van fragmenten die politiek en cultuurgeschiedenis verbinden én met elkaar confronteren, zowel lang geleden als vandaag. In tijden van intellectuele verwarring - waren er ooit andere? - levert dat pertinente denkstof op.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.